Shortcut naar Bagrati: trap er niet in!

Soms moet je een local geloven maar niet altijd krijg je wat je wilt. De man van de guesthouse is universiteitsprofessor en spreekt goed Engels. Dus als ik vraag wat een taxi naar de Bagratikathedraal globaal moet kosten, laat ik me ompraten. Ik ga op zoek naar de kabelbaan, die niet blijkt te gaan. Gelukkig zit ie vlak naast mijn hotel want een borrelende buik kondigt een slecht dagje aan. Ik moet het ook gewoon niet rustig aan gaan doen. Dan krijg ik altijd wat!

Maar ook een half uur later gaat de kabelbaan niet. Dus steek ik de witte brug over, en weer terug over de volgende als ik de tekenen van een markt zie. Díe tip van de professor klopt dus wel: een grote, uitgebreide farmers market ligt half buiten, half overdekt net ten noorden van het centrum. Genieten: kazen, okergele kippen met de poten in de lucht, verse kruiden, groente zo van het land, ingelegde groenten, hele karkassen aan haken op het slagersgedeelte. Hier hou ik van! De Bagratikathedraal moet dus maar even wachten.

Normaliter is een indicatie voor armoede in een land vaak het feit dat sigaretten los verkocht worden. Hier zijn het losse maandverbandjes en keeltabletten per stuk losgeknipt bij de apotheek (Duitser van gisteren).

Oude dames, volledig in het zwart, verkopen kruiden, een paar geslachte kippen of zelfgemaakte kaas. Love it! Maar dan moet ik toch echt verder. Ik steek de rivier weer over en met wat vragen naar de weg beklim ik de berg richting Bagrati. Al gauw vervloek ik de prof… WEER zo’n enorme klim. En dat wou ik nu net niet. Door stille buurten loop ik, met huizen vol houten trimwerk en veelal verroeste hekwerken, huizen die te vervallen lijken om te bewonen maar waar wasgoed aan de lijn bewoners verraadt… een heel mooie wandeling zonder enige andere toerist. De lange route ook vooral. De huizen die er uitzien als spookhuizen, of het huis van Pippi Langkous, ramen die ontbreken, vergaan houtwerk, doorgezakte veranda’s en lekkende daken, en dan toch weer tekenen van leven. Elk huis heeft wel iets in de tuin: over de gele en oranje bovengrondse gasleidingen groeien druivenranken, een paar kolen steken boven de grond uit of maisplanten die deerniswekkend dor staan te zijn. Walnootbomen met zwarte noten, een enkele granaatappelboom of, vaker, appelbomen met kleine appels. Een stukje zelfvoorziening…

En dan komt eindelijk de Bagrati in zicht, al duurt het nog even voor ik er ben. Ik schrik eerst nog van een monsterlijk grote hond in een kooi, groet een verraste mevrouw met gamarjoba (hallo) maar krijg wel antwoord, en moet springen als een man die op zijn kop hangend met een blik smurrie uit een riool schept het bijna tegen mij gooit, wat een mopperconcert van de buurman die dat zag gebeuren oplevert.

Het heel erg heilige Bagrati is behoorlijk lelijk, en van binnen is er niet heel veel aan. Op een bankje ervoor zitten twee jonge priesters in lange zwarte gewaden te klooien met een camera. Ik loop een rondje, verbaasd door een hypermoderne uitbouw. Eeuwenoude stenen brokstukken liggen verspreid in de tuin waar, natuurlijk, een koe staat te grazen. Het uitzicht over de stad, langs een groot metalen kruis, is mooi: in een regenachtige waas gehuld. Via de beduidend kortere route (maar wel veel steilere) daal ik af naar de stad. Via een andere brug beland ik op een nóg leukere markt. Hier zitten alleen maar vrouwtjes met een paar dingen, wordt vanuit de achterkant van (moderne, dat wel) auto’s verkocht. Bij een slager zie ik geweldige hoorns en denk… straks. Waarna ik ze natuurlijk niet terugvind!

De lunch van gisteren beviel goed, dus bij cafe Exotica eet ik een soort van pizza, vol met kaas en met ketchup erop. En toch best lekker. Salade erbij… yum.

‘s Middags plan ik de komende dagen, haal geld want in Mestia kun je niet pinnen, eet in een veel te duur restaurant krokant gebakken kipfilet met frietjes en als alles op is een met paprikapoeder overstrooide ratatouille van de bloemkool waar ik zo’n zin in had. Gewapend met cola, brood, een pot nutella voor morgen, een banaan en een probiotisch melkdrankje keer ik terug in de kamer. En het werkt… de borrelende buik blijft weg. Pfew!

Weinig spannends vandaag maar ik vond het weer een mooi dagje!