Antsirabe op half tempo

Op de dag dat ik van Residence Madalief verkas naar het H1 hotel kan ik ‘s ochtends om 8 uur meerijden, of een ochtendje lekker niksen in de tuin en kijken of er later die ochtend nog iemand richting stad gaat. Ik kies voor het laatste. Bij het ontbijt komen de Nederlanders me gedag zeggen. Zij gaan richting zuiden.

H1 Hotel

Ik schrijf een paar tekstjes, lees een boek, zit lekker in ‘t zonnetje tot iemand rond 11.30 uur richting stad gaat en me op de stoep van mijn volgende hotel wil afzetten. Dit keer in de stad, zodat ik dichtbij het busstation zit als ik over 2 dagen vertrek. Ik overweeg even om een dag eerder te gaan, maar mijn darmen borrelen wat door de malariaprofylaxe dus ik blijf maar gewoon zoals gepland.

Met een cyclo laat ik me naar de stad brengen en dool door de straatjes met kleine winkeltjes, zelfs een paar kleine boetiekjes, ik pin 3x op rij het maximumbedrag van 115 euro per transactie bij 3 verschillende banken en eigenwijs probeer ik toch nog een keer mijn ABN AMRO-pasje. Zonder enig effect. Hopelijk blokkeert Visa mijn kaart niet, na zo’n onlogisch patroon. In Miandrivazo is geen ATM, dus ik moet voldoende geld hebben voor de komende dagen, en hotels moeten ook gewoon cash betaald worden. Mijn euros hou ik nog maar even achter de hand, want wisselen kan in principe wel overal.

Poisson en coco-fail

Bij een leuk klein, wat lokaler, eettentje bestel ik een vers sapje en een poisson en coco. Tilapia. Maar als ik het eten krijg en proef van de saus, lijkt het wel kaassaus of iets geitenmelkachtigs. Dat kan toch niet kloppen? Ik eet alle gebakken aardappeltjes en de salade eraf en vraag na over de saus. Die moet volgens hen echt zo zijn maar ik moet na nog een klein puntje echt afhaken. Blegh, het smaakt verrot! Jammer van mijn geld, maar ik wil niet ziek worden. Kleine jongetjes staan aan de zijkant van de serre de film die op het grote beeldscherm speelt te kijken, met hun neuzen tegen het raam gedrukt.

Als ik naar buiten wil gaan, staan twee meisjes met kleine kindjes op de arm voor de deur. Ze vragen om de vis die ik niet aangeraakt heb. De jongen van het restaurant doet alles in een tasje en ze krijgen mijn afgekeurde maaltijd mee. Wrang!

Asabotsy market

Inmiddels is er op het stadhuisplein een grote markt (altijd even checken of ‘t geen politieke bijeenkomst is waar je binnen loopt) met kraampjes van de diverse regio’s van Madagaskar. Ik kijk er rond, dool nog wat door het stadje, langs een moskee in felle kleuren, met er tegenover een kerk (Paramaribo eat your heart out, hier kan het ook). Op het kleine marktje (Asabotsy market) zie ik allemaal hebbedingen, zoals een paar mooie serveerlepels, maar ik wil de tas leger hebben, niet voller. Mensen koken er op houtskoolvuurtjes onder tentdoeken grote pannen oranjerode sauzen en ander Ungeheuer… Onherkenbaar. De meeste slagers (vanwege de moskee om de hoek?) zijn halal. Ongekoeld hangt het vlees in stukken aan de balken. Het is er warm en muf, maar de vis en het vlees stinken niet. Een goed teken, haha.

Je ziet hier op straat ook veel mensen die met een heet stoofje in een tas, met kokend eten erop rondlopen, op weg naar hun vaste verkoopstek. Ook zijn er veel samosa’s (hier sambo’s genoemd) en miniloempiaatjes. Maar alles altijd in zulke dubieuze omstandigheden (hele vieze kraampjes, pikzwarte muren vol aangekoekt vet of van lekkage) dat ik ‘t niet durf te eten. En nee, ik denk niet dat ik veel mis, haha. Veel mensen slurpen uit kleine blikjes (als in: een koffiemelkblikje half open gedraaid en gewassen) zwarte koffie die uit een soort olieschenkkan met lange tuit geschonken wordt. Bij kraampjes slobberen ze een soort rijstsoep met erin wat dingen gestrooid (vlees, groente). De bakjes worden amper gewassen voor de volgende eruit eet.

Je kijkt je ogen uit, ook al heb ik soortgelijke dingen in andere landen gezien. Of ik ben de laatste jaren enorm verwend geworden, een luxe paardje, of het is hier gewoon basaler dan basaal. Hmmm.

Op zoek naar een supermarkt

Vanaf het grote plein loop ik een flink eind terug naar een supermarkt, waar ik wat Westers georiënteerde dingen koop, om vervolgens in de cyclo terug er achter te komen dat op het plein ook een grote supermarkt zit. En tegenover het straatje van mijn hotel schijnt er ook een te zitten.

Ik maak in mijn “luxe” kamer gebruik van de airco om de kamer op te warmen (op 30 graden dat ding) zodat de kou hier op de hoogvlakte eruit is, ik maak alle hete water op uit de boiler en kruip lekker ‘t schone bed in. Geen drol nieuws gedaan maar toch een lekker dagje achter de rug.