Van Akhaltsikhe naar Kutaisi

Gistermiddag/avond kwam ik terecht in een internetcafé. Even lekker wat blogs schrijven en daarna een rondje moderne stad. Daar was geen drol te doen, dus na een goedkope döner en een flinke wandeling vroeg ik een taxi wat de rit terug kostte. De chauffeur vroeg 4 lari en ik had geen zin om die ene lari eraf te pingelen (40 cent teveel). Maar… ik had alleen een briefje van 100 lari óf minder dan 3 lari aan losgeld. De chauffeur lachte en gebaarde dat ik maar in moest stappen. Pfew, gelukkig, want na al die kilometers lopen vond ik het wel welletjes.

In het hotel was inmiddels een wisseling van de wacht geweest. De volgende ochtend kreeg ik een beduidend kariger ontbijt dan van de aardige Maga… geen eitjes, geen jam. Alleen een kop thee, wat kaas en boter en wel lekker vers brood. Op naar de marschrutka… met de taxi want het kwam met bakken uit de lucht.

De koffer lag al in de marschrutka voor ik het doorhad en voor ik het wist vertrokken we, weer met een niet volle minibus. Bijzonder!

Naast de gebruikelijke koeien, honden, varkens en langzame Sovjet-auto’s was er weinig nieuws te zien. Tot net voor Kutaisi. Een enorm ‘dood’ fabrieksterrein met vervallen gebouwen en zwarte schoorstenen domineert het landschap. Welkom in de tweede stad van Georgië.

Het busstation ligt zo’n 5 km van het centrum. Dus met een taxi laat ik me naar het centrum brengen. Mijn hostel ligt perfect, een minuutje lopen vanaf het hart van de stad. Ook hier kijk ik nogal bedenkelijk door de toegang tot het hostel, wat een meuk: vervallen, rottend hout… tot de poort opengaat en er een goed onderhouden, fris gebouwd stuk hostel tevoorschijn komt. Als ik de receptioniste (en haar Engelssprekende man) vind, is het eerste wat ze melden dat booking.com een fout heeft gemaakt in de kamerprijs. Niet 12 maar 20 euro per nacht moet het zijn. Ik heb de supernieuwe, lekkere kamer vanuit een ooghoek al gezien maar blijf stoïcijns stug kijken. Goed, voor 16 euro per nacht mag ik er in. JEUJ!!, wat een lekker stekje. De langs denderende rivier praktisch onder mijn raam, een fijne moderne badkamer, wel met de eeuwige gebarsten wc-bril, dat wel. En een goede keuken met gratis koffie en thee. Blij!

Ik ga meteen de stad maar in. Als ik eigenlijk niet een zinnig restaurant kan vinden, schiet ik een paar toeristen (de enige) aan. Nee, dit schijnt het toch te zijn. Nogal een dooie boel voor de tweede stad van Georgië.

Met z’n drieën gaan we lunchen, bestellen de halve lunchkaart, drinken volop erbij en uiteindelijk moeten we ieder 2,80 euro betalen. Na een week zonder gesprekken is een beetje aanspraak best gezellig. Zij gaan door naar Tbilisi, ik terug naar de kamer voor wat plannen. ‘s Avonds doe ik nog een rondje centrum maar koop wat dingetjes bij de supermarkt, waaronder een goddelijk lekkere wortelsalade, en ben meer geld kwijt dan wanneer ik uit eten gegaan zou zijn.

Op het terrasje voor de kamers zitten twee groepjes Russen flink te hijsen. Maar na de ochtendborrel die ze hier vaak al rond 8 uur in de ochtend halen, kijk ik er niet van op. Ik pak een eigen tafeltje en eet mijn snacks met het geraas van de rivier op de achtergrond. Het reizen, al die ritten in auto of marschrutka, hangt me nu de keel al uit en al doe je zelf niks, je wordt er toch moe van. Lekker op tijd naar bed dus!