Zes lange uren: van Mestia naar Batumi

Je hebt marschrutka’s en je hebt marschrutka’s. En de marschrutka voor de langste trip is een ouwetje, waar wij West-Europeanen de knieën niet in kwijt kunnen. De vering is non-existent. Geen pretje dus. Gelukkig wachten we niet tot ie vol is maar vertrekken al snel. Onze chauffeur is een bikkel, een oude grijze man die grommend en knorrend aangeeft dat iemand niet betaald heeft… tot hij tot de ontdekking komt dat hij een telfout gemaakt heeft.

In de zes uur die de trip duurt, stoppen we maar één keer ondanks 3 uur haarspeldbochten, bakken met regen en wegen vol modder en rotsblokken. Kettingrokend (en wij dus met hem) tuurt hij langs een slechtwerkende ruitenwisser en de barsten in de voorruit op de weg. Eenmaal op het vlakkere stuk hobbelen er bijzonder veel varkens langs de weg. En kalkoenen, gek genoeg, en ganzen. Regionaal bepaald, blijkbaar.

Als we de regio rond Batumi inrijden, krijg ik het sterkst het ‘Oostblok’ gevoel van deze hele trip. Grauwe fabrieken, industrie, tientallen vrachtwagens rond de haven van Poti, zo niet honderden, wachtend op vracht of klus. Mannen spelen kaart voor hun vrachtwagens of zitten op losse autozittingen, onder de Oostblokvariant van betonnen prieeltjes. We steken tientallen riviertjes over, hier en daar zwarte modderoevers, maar altijd ruw, ongelijk en grauw. Een paar ‘resorts’ doen moedige pogingen een badplaatsgevoel te wekken. Ik vind het een en al droevigheid, so far.

De chauffeur scheurt vrolijk langs het busstation 6 km buiten het centrum en dropt ons, heel comfortabel, vlak bij de boulevard. Dicht bij mijn hotel dus. Een taxichauffeur doet verwoede pogingen me op te lichten maar ik schat in dat het loopafstand is dus rol mijn koffer het centrum in.

Ik heb een lekker luxe hotel, een écht hotel dit keer! Aan de piazza, een fake Italiaans pleintje smack bam in the middle of Batumi. Met een regendouche die zo geweldig is dat ik liefst 3x per dag zou gaan.

De regen van onderweg is hier nog wat gemiezer. Ik verken de de omgeving rond mijn hotel maar kom niet veel verder dan een mooi trendy café. Ik eet de duurste maaltijd tot nu toe. Voor 10 euro heb ik een liter drinken, een kalfsbrochette, natuurlijk weer erg doorbakken, een enorme schaal Adjara-aardappeltjes, een salade en brood. De porties zijn zo groot dat je er met 3 man van kunt eten. Maar ja, alleen vlees bestellen doe je ook niet.

Met een veel te volle buik wandel ik, zonder veel overtuiging, nog wat rond richting waterkant, de wat alledaagse hoofd-verkeersader, een aantal erg Sovjet-aandoende standbeelden. Als de zon ondergaat, ga ik richting kamer. Die marschrutkaritten nekken je, dus mijn lekker hete douche lokt. Eens kijken of die verkrampte rug en heupspieren wat los willen komen…