Kioto: culinair avontuur in de buitenwijken

Ik heb een heel enthousiaste planning in elkaar geflanst voor vandaag. Dat er 4 verschillende treinlijnen aan te pas komen, een mate van onzekerheid en een paar bussen waarvan ik inschat dat ze bepaalde routes doen… we zullen zien.

Ik begin in ieder geval met een mazzeltje: als ik een kaart uit de automaat wil halen en mijn 230 yen inwerp, komt er zomaar 2000 yen (lees 16 euro) uit de automaat flapperen. Fatsoenshalve heb ik een paar minuten gewacht of iemand het kwam claimen maar er kwam niemand en in de verste verte was geen controleur te bekennen.

Met de Hankyulijn ga ik in 2 etappes naar Arashiyama. Vanaf het treinstation trekt een stoet mensen langs half afgewaaide bloesems, eettentjes met seizoensgerechtjes zoals bamboewortel (als ik het goed interpreteer) en de eeuwige inktvis op een stokkie. Over de mooie oude brug met schitterend uitzicht op de bergen loop ik richting het hart van dit gebied en neem en passant ook nog het indrukwekkende World Heritage Tenryu-ji mee. Onderweg begin ik met een octopus en prei ‘worst’ op een stokje. Even wennen aan het rubberige van rijstmeel, maar lekker.

Het bamboepark is minder bijzonder dan ik had verwacht… een beetje chaotisch/rommelig maar wel met enorm dikke bamboe. Dat krijg je van verwachtingen, haha. Na de Nonomiya Temple, aan het einde van Path of Bamboo, draaien de meeste mensen om. Ik loop nog een flink eind door en kom in een door toeristen zo goed als niet bezocht dorpje. Zalig landelijk en klein, met een rokende bamboefabriek aan de rand. Het uitzicht op de bergen is prachtig.

Op de terugweg is de mensenmassa gehalveerd, die staan wel allemaal bij de eettentjes bij de uitgang. Ik begin met een cherryblossom ijsje. Heel zoetig met een beetje een kruidige eerste hap. Lekker!

Daarna is het tijd voor een bak bruingrijze soba-noedels, wild vegetable variant. Staand aan een statafel, naast een hard slurpende oude man, alsof je even een visje op de markt eet.

Tegen Bart zeg ik altijd in de winkel: als je niet de intentie hebt om te kopen, dan hoef je ook niet te proeven. Maar Bart leest dit toch niet! Dus langs het straatje terug naar het station probeer ik rijstmeelsnoepjes met kersenbloesem smaak (lekker), met groene theesmaak (ugh, blijft niet lekker) en eentje met een glibberig boomblaadje erop (verbazend lekker).

Met de volgende twee treinen en een bus die precies rijdt zoals ik hoopte ga ik door naar de Kinkaku-ji Tempel: de befaamde Golden Pavilion!

Hier is het weer schuifelend achter elkaar aan de verplichte route lopen. Daar houden ze hier van… ordelijk! Ik niet want als je geen zin meer hebt is er geen ontsnappen mogelijk, haha.

De tempel is eenvoudig maar helemaal in bladgoud uitgedost. Ondanks het sombere weer glimt ie je tegemoet. Mooi! Het park er omheen is ook erg mooi. Maar je verwacht al niet meer eens anders want alle parken zijn hier mooi. Je kunt er niet zitten, je moet het al lopend opnemen. En aan het einde is er weer tijd voor de inwendige mens. Ik zie hier voor het eerst de zwarte dumplings. Jammer genoeg met varken, die had ik nl. graag geprobeerd. Uit de automaten haal je hier niet alleen drinken, ook ijsjes en noedelsoepen. Elk product zijn eigen automaat!

Bij de talloze standjes waag ik me aan het proeven van zwart sesamglibber zoetigheid (erg lekker), een doorzichtig rijstballetje met boomblaadje en rodebonenpuree ( ook lekker) en een soort Japanse mix maar dan zoet, de pruimensmaak… weer genoeg nieuws! Bij een stalletje krijg ik een slokje roze thee en spuug het bijna uit. Zo vies! En dat geldt ook voor gedroogde bloesems. Zo’n sterke smaak, het lijkt wel verrotte vis. Brrr. Ik ben wel even klaar met proeven, haha. En niet alleen met proeven, ik vind het wel welletjes voor nu. Terug naar die lekker luxe hotelkamer! Of toch niet…